Geofictie Wiki
Advertisement
Vlagmaagd

De Kronenburgse Maagdeneilanden vormen een autonome overzeese provincie van het Koninkrijk Kronenburg. Er woonden op 1 januari 2007 ongeveer 11.500 mensen, waarvan ruim 6.500 in de hoofdstad Frederiksbaai. Nederlands en Deens zijn er de officiële talen. De koning wordt vertegenwoordigd door gouverneur Ditmar Bosman van Hoogeveen (in functie sinds 2006); de Ministerraad der Maagdeneilanden staat sinds 2010 onder het voorzitterschap van Murk Netjes.

Geschiedenis[]

Kbmaagdeneilanden

De Kronenburgse Maagdeneilanden (in groen) tussen de Britse en Amerikaanse Maagdeneilanden

De Maagdeneilanden werden oorspronkelijk bewoond door Ciboney-, Carib- en Arowakken-indianen. Ze werden ontdekt door Christoffel Columbus op zijn tweede reis in 1493. Ze werden Maagdeneilanden genoemd, naar de Heilige Ursula en haar maagdelijke aanhangers. In de volgende driehonderd jaar werden de eilanden gekoloniseerd door vele Europese mogendheden, zoals Spanje, Engeland, Nederland, Frankrijk, de Ridders van Malta en Denemarken. De Deense West-Indische Compagnie lijfde in 1672 St. Thomas in, St. John in 1694, St. Nicolaas en St. Rafael in 1702 – 1705, en kocht St. Croix van de Fransen in 1733. De eilanden werden koninklijke Deense kolonies in 1754 onder de naam Jomfruøerne. Tijdens de achttiende en het begin van de negentiende eeuw was suikerriet belangrijk voor de economie. Door de afschaffing van de slavernij door gouverneur Peter von Scholten op 3 juli 1848 werd het onmogelijk om hiermee door te gaan. Tijdens de duikbootoorlog in de Eerste Wereldoorlog benaderden de Verenigde Staten van Amerika Denemarken, vanwege de mogelijkheid dat de eilanden door Duitsland zouden kunnen worden veroverd en als onderzeebootbasis gebruikt zouden kunnen worden. Daarom verkocht Denemarken de eilanden St. Thomas, St. John en St. Croix aan de V.S. voor 25 miljoen dollar; Kronenburg kocht St. Nicolaas en St. Rafael voor 34 miljoen gulden.

De reden dat Kronenburg (een land dat begon als kolonie, in plaats van ze te hebben) op het toneel verscheen als koper van twee van de eilanden, was het Verdrag van Providence uit 1917 tussen Kronenburg en de Verenigde Staten; dit verdrag bevestigde de grenzen tussen beide landen en voorzag in de belofte van de Verenigde Staten om Kronenburg nooit ofte nimmer binnen te vallen. De koop van twee van de Deense de Maagdeneilanden werd en passant ook in dit verdrag geregeld. De reden voor de aankoop van de eilanden door Kronenburg blijft trouwens duister, aangezien enkele paragrafen van het Verdrag (nog steeds) niet openbaar zijn. (Aanhangers van complottheorieën vermoeden dat de V.S. de Maagdeneilanden hebben betaald aan Kronenburg om zich min of meer legaal een redelijke invloed te verschaffen in Kronenburg, een invloed die zover zou gaan als het beïnvloeden van onder meer de uitslagen van parlementsverkiezingen, maar iets dergelijks is nooit bewezen.)

Van 1917 tot 1941 waren de Kronenburgse Maagdeneilanden, zoals St. Nicolaas en St. Rafael vanaf dat moment heetten, een traditionele kolonie van Kronenburg. Ze vielen direct onder de ministers voor koloniën. Hoewel Kronenburg van 1941 tot 1947 dus door de Verenigde Staten bezet werd, waren de Kronenburgse Maagdeneilanden dat in de praktijk niet. Wel benoemde de regering van de V.S. zonder overleg met de Kronenburgse regering in ballingschap de Kronenburger Erwin Caderius Hoijtema tot Gouverneur der Kronenburgse Maagdeneilanden, een functie die tot dat moment niet bestaan had.

Nadat de V.S. Kronenburg in 1947 verlieten, werd de oude situatie in eerste instantie hersteld: minister Maarten Veenman (CGU) van defensie was in de overgangsregering tot 1949 tevens minister van koloniën. Vanaf 1949 kregen de Kronenburgse Maagdeneilanden echter de status van een bijna normale gemeente binnen het koninkrijk, geleid door een burgemeester. Slechts bij de landelijke parlementsverkiezingen waren er twee aparte zetels gereserveerd voor de Maagdeneilanden, die daarmee feitelijk hun aparte positie behielden. In 1992 werd ook deze situatie grondig gewijzigd: de eilanden kregen een verregaande mate van autonomie met een eigen regering, geleid door de Voorzitter van de Ministerraad. De Maagdeneilanden hebben invloed in bepaalde buitenlandse zaken: zo kunnen ze besluiten om niet toe te treden tot een internationale organisatie waar Kronenburg wél lid van wordt, maar ze kunnen daarentegen niet besluiten om lid te worden van een organisatie waar Kronenburg (nog) geen lid van is: de Kronenburgse Maagdeneilanden waren tot 2010 bijvoorbeeld geen lid van de AGL en de regering der Maagdeneilanden heeft reeds aangekondigd dat ze ook niet zullen toetreden tot de NAVO, mocht Kronenburg dat wel doen. In augustus 2010 werd het verdrag dat de relatie tussen Kronenburg en de Maagdeneilanden bepaalt, licht gewijzigd, waardoor de eilanden nu wel deel uitmaken van het AGL-lidmaatschap van Kronenburg. Slechts onder bepaalde voorwaarden kunnen de Maagdeneilanden uit een organisatie treden waar ze voor 1992 automatisch lid van zijn geworden, toen ze nog een afhankelijke gemeente waren, maar hier hebben ze nog geen gebruik van gemaakt.

Politiek[]

De Maagdeneilanden hebben een eigen parlement met 23 zetels. De vele politieke partijen vormen meestal lijstverbindingen om als blok in het parlement te komen. De coalitieregeringen overlappen meestal met deze lijstverbindingen, maar dat is niet altijd mogelijk. De gouverneur-des-konings benoemt na verkiezingen een Adviseur Generaal die een regering probeert te vormen. Meestal wordt de Adviseur Generaal daarna de voorzitter van de ministerraad, maar ook dat is niet verplicht. Sinds 1992 kenden de Maagdeneilanden de volgende voorzitters:

  • 1992 - 1996: Maarten van Groothuizen
  • 1996 - 2002: Ellen Råsløff-Gaastra (v, twee termijnen)
  • 2002 - 2003: Francis Caderius Hoijtema
  • 2003 - 2007: Ellen Råsløff-Gaastra (v, derde termijn)
  • 2007 - 2010: Thaeke Dallinga
  • 2010 - heden: Murk Netjes

Toerisme en filmindustrie[]

Toerisme is de belangrijkste bron van inkomsten op de Maagdeneilanden. Natuurlijk zijn er veel Kronenburgers die jaarlijks de stranden weten te vinden, maar ook andere nationaliteiten hangen er de toerist uit. De meeste vakantiegangers gaan naar het eiland Sint Nicolaas, waar uw vakantie perfect voor u geregeld wordt en u dagen door kunt brengen terwijl u op het strand onder een parasol of een palmboom een boek leest al slurpend aan overheerlijke cocktails. Zwemmen en snorkelen kan natuurlijk ook.

Wie teveel zand in zijn kleren heeft, kan naar Frederiksbaai (of Frederiksvig in het Deens): een typisch Caraïbisch kolonistenplaatsje met veel in pasteltinten geverfde laagbouw. Hoewel de plattegrond van de stad een vierkant stratenpatroon doet vermoeden, blijkt bij nader onderzoek dat de lukrake bermbegroeiing vaak zorgt voor kronkelende weggetjes waar auto’s soms maar moelijk doorheen kunnen rijden. Opzienbarende gebouwen zijn het Koninklijk Theater en het gouverneurspaleis. Het Koninklijk Theater werd in 1968 gebouwd naar een ontwerp van de Maagdeneilander architect Søren Bjerregaard (1907 – 1984) en heeft, van bovenaf bezien, de vorm van een zeshoek; het dak is een naar boven toe stijler wordende punt, die de nabijgelegen Stefanuskerk ietwat preuts doet afsteken. Het statige, witte gouverneurspaleis op de top van de Absalomberg, een heuvel ten oosten van de stad, werd gebouwd in 1919 – in aanmerkelijk kleinere vorm – als onderkomen voor de adjudant van de minister van koloniën. In de loop der jaren werd het gebouw uitgebreid; de laatste verbouwing had plaats in 1993, nadat de Maagdeneilanden een autonome provincie waren geworden.

Meer naar het oosten ligt Mariaburg (Mariaborg). Op zichzelf niet zo’n bijzonder plaatsje, behalve dat er het confronterende slavernijmuseum gevestigd is.

En dan is er het eiland Sint Rafael: het paradijs voor de Kronenburgse filmindustrie. Het eiland lijkt alles te hebben: strand, tropisch bos, kale stenen (ideaal voor klifhangers) en een rustig, onopvallend stadje waar normaliter nooit iets gebeurt, maar juist tussen het begin en einde van films wél. Onder meer de populaire Kronenburgse soap-serie Verboden Vruchten wordt hier al sinds 1979 gefilmd, maar ook serieuzere series en films zijn hier ontstaan: Uitersten, een kaskraker uit 1988 van regisseur Edzo Lycklema is nog steeds één van de meest vertoonde films op de Kronenburgse televisie, en ook De Blauwe Dood uit 1994 van Jon Everard Richardson staat nog steeds in de top 10 van populaire Kronenburgse films.

Goede Vrijdag (Langfredag in het Deens), de hoofdplaats van Sint Rafael, maakt gretig gebruik van de filmindustrie door zijn souvenirs daarop aan te passen: talloze reliquieën (vaak onechte) van eigendommen van Kronenburgse filmsterren, stukken decor etc. worden hier aan de argeloze man gebracht. Het rustige, onopvallende stadje is dan ineens niet meer zo rustig en onopvallend, maar dat aspect wordt in films meestal achterwege gelaten.

Advertisement