werd in 1792 in Sanktioan geboren in de plaats van de latere premiero Benedetto Villamizar Delberghe (1782-1858) . Na de gebruikelijke weg tot het priesterschap maakte hij een reis naar Rome, waar hij in de kloosterorde van de Augustijnen werd opgenomen. Hij toonde grote belangstelling van theologie en publiceerde enige studies. Bisschop Lorenzo DeAngelis Gondemare haalde hem naar zijn bisdom. Hij werd pastor van de Sa.Maria Regina in Cascaes en had daardoor contacten met het prinselijk hof en in het bijzonder prinses Amarya II die een godsdienstfanate werd. Ook was hij vertrouweling van premiero (tot 1839) van Villamizar Delberghe.
Hij was de logische opvolger van DeAngelis Gondemare. Als leider van de katholieken in de periode dat het pausdom van verlicht naar reactionair evolueerde. Zelf was hij een redelijk mens en charitatief-pastoraal ingesteld. Met bestuurlijke aangelegenheden bemoeide hij zich niet veel. Hij bevorderde de bedevaarten naar de H.Silvano in Eglan en ook andere devote bijeenkomsten.
Algemeen bemind overleed hij in 1866 en kreeg op eigen verzoek een graftombe in de S.Ioannoklooster in zijn geboorteplaats.